The first problem was of a constitutional nature. Sovereignty lay with the provincial assemblies made up of delegations from the various city councils and even countryside units. One could even agree with Jonathan Swift when he wrote that the Dutch Republic was 'crazily instituted'. But in practice, in times of crisis there were several centralising powers. The most remarkable was the concentration of power in the hands of the Stadholder; a semi-monarchical figure, chief commander of the armed forces and navy, with a right to sit in the Council of State and appoint people for office both at a provincial level as well as in city councils. Everyone realised that a strong man was needed in times of crisis, but the proud, rich and independent regents and merchants loathed the stadholderly authority, especially after two decades of republican government between 1650 and 1672. üÿ The second weakness was the Republic's vulnerability. The Republicans desired a foreign policy of aloofness and neutrality, so as to trade in peace and not to antagonise the French and the English. But William led them into a war that would last for 40 years and would exhaust the states' resources. Was the war necessary or was it just a prince's lust for military glory? Had not Pieter de la Court in his Interest written that Princes are like lions, who live for violence and preys? William may have saved the Dutch at their darkest hour, but it remained an indisputable fact that when William was born the Dutch Republic was one of the richest and greatest powers of Europe, and when he died it had become an exhausted, second rank power heavily in debt.
_________________________________________
STADHOUDER WILLEM III LIET HOLLAND BANKROET GAAN.
Een eigentijdse waarnemer schertste eens dat Willem koning was van de Nederlandse Republiek en stadhouder in Engeland. Hij bedoelde te zeggen dat zijn bevoegdheden in de republiek belangrijker waren dan in zijn Nieuwe Koningrijk. Maar dat was nog niet duidelijk toen hij geboren werd vlak na de dood van zijn vader in 1650, die het recht van zijn zoon om het stadhouderschap verbeurd had door zijn roekeloze beleid. Toen Willem een jongen was, was er geen onmiddellijk vooruitzicht van een politieke rol tot in 1668 de Orangisten terrein wonnen en in 1670 kreeg Willem een zetel in de Raad van State. In 1672 werd hij benoemd tot Kapitein-Generaal en stadhouder, in welke hoedanigheid hij de Nederlandse krijgsmacht geleid heeft tot glorie in hun strijd tegen de binnenvallende Fransen. Willem was naar voren gekomen als de eminente hoofd van de republiek met uitgebreide bevoegdheden op nationaal, provinciaal en lokaal niveau, en als de onbetwiste held van het gewone volk. Maar de macht van de prins was nog beperkt. Ondanks zijn aanzienlijke invloed, was hij nog formeel een dienaar van de Staten-Generaal en had te handelen met de nodige omzichtigheid om zijn doelen te bereiken. Bovendien was de Nederlandse politieke natie steeds meer gepolariseerd als gevolg van Willem’s oorlogspolitiek, die resulteerde in frequente botsingen tussen de Prins en de Nederlandse regenten. In 1678 kwam een einde aan de oorlog met Frankrijk tegen de wil van Willem. In 1684 wilde hij hulp sturen naar Luxemburg, dat belegerd werd door Frankrijk, maar de regenten durfde het risico niet te nemen. Zelfs in 1688 ondersteunde de regenten slechts met tegenzin Willem’s plan om Engeland binnen te vallen. En toen Willem stierf in 1702 waren ze blij en benoemde geen opvolger. Het gedrag van Willem bracht verschillende zwakke punten aan het licht, die inherent waren aan het Nederlandse politieke systeem, die niet werden opgelost tot de ineenstorting als gevolg van de Franse invasie van 1795.
Het eerste probleem was van constitutionele aard. De soevereiniteit lag bij de provinciale vergaderingen van de delegaties uit de verschillende gemeenteraden en zelfs landelijke eenheden. Men kan het zelfs eens met Jonathan Swift, toen hij schreef dat de Nederlandse Republiek 'gek ingesteld' was. Maar in de praktijk, in tijden van crisis waren er verschillende centraliserende bevoegdheden. Het meest opmerkelijk was de concentratie van macht in de handen van de stadhouder, een semi-monarchale figuur, opperbevelhebber van de strijdkrachten en de marine, met een recht om zitting te nemen in de Raad van State en de benoeming van ambten zowel op provinciaal niveau alsmede in gemeenteraden. Iedereen realiseerde zich dat een sterke man nodig was in tijden van crisis, maar de trotse, rijke en onafhankelijke regenten en kooplieden verafschuwde de stadhouderlijke gezag, vooral na twee decennia van republikeinse regering tussen 1650 en 1672.
Het tweede zwakke punt was de Republiek de kwetsbaarheid. De Republikeinen wensten een buitenlands beleid van onafhankelijkheid en neutraliteit, om zo in vrede handel te drijven en niet de Fransen en Engelsen in het harnas te jagen. Maar Willem bracht hen in een oorlog die 40 jaar duurde en de middelen van de Staten uitputten. Was de oorlog nodig of ging het gewoon om persoonlijke militaire glorie van een prins ? Had Pieter de la Court niet in zijn "Intrest'' geschreven, dat vorsten zijn als leeuwen, die leven voor geweld en prooien? Willem kan de Nederlandse Republiek hebben gered in hun donkerste uur, maar het bleef een vaststaand feit, dat toen Willem werd geboren de Nederlandse Republiek een van de rijkste en grootste macht van Europa was, en toen hij stierf was geworden een uitgeputte, tweede rangs natie met zware schulden.
_________________________________
Afbeeldingen:
1. Belegering van Naarden in 1673. Siege of Naarden in 1673
2. De Hooghe's image of William III capturing Naarden
---------------------------------------------
Startpagina GESCHIEDENIS VAN GOOILAND EN DE ERFGOOIERS
GASTENBOEK
Geen opmerkingen:
Een reactie posten